De biografie van His Holiness:
Als abt van het Menri-klooster is Z.H. het spirituele hoofd van de bön. Zijn naam Luntok Tenpai Nyima ontving hij bij zijn installatie als abt in 1969.
Samen met H.E. Yongdzin Lopon Tenzin Namdak Rinpoche is Zijne Heiligheid de belangrijkste spirituele drager van de yungdrung bön in de Menri traditie.
In 1927 werd Z.H. geboren in het dorp Kyongtsang, in de oostelijke provincie Amdo, vlak bij de grens met China. De plaatselijke priester gaf hem de naam Lama, Leraar. Zijn moeder stierf toen hij nog kind was en hij werd opgevoed door A-Nyen Machen, een al wat oudere vriend van de familie. Toen hij acht jaar oud was, bracht zijn vader Jalo Jongdong hem naar het nabijgelegen klooster van Phuntsog Dargye Ling, waar hij leerde lezen, schrijven en chanten en zijn levenslange studie van de bön religie begon. Hij wijdde zich aan de spirituele beoefening en de wetenschap en onder leiding van Lopon Tenzin Lodro Gyatso behaalde hij op zijn vijfentwintigste zijn graad van geshe in de filosofie.
Het jaar daarop reisde hij naar de bön provincie Gyalrong, in het zuiden, waar hij met behulp van de traditionele houtblokken kopieën van de Bön Kanjur maakte. De terugreis, met meer dan honderd banden aan heilige teksten op muilezels geladen, nam een half jaar in beslag.
Daarop maakte hij een pelgrimstocht naar heilige plaatsen in China en studeerde enkele jaren in diverse kloosters in Tibet, onder andere het Drepung klooster in Lhasa. Hij kreeg daar de naam Sangye Tenzin Jongdong.
In 1959 vluchtte hij uit Lhasa naar Nepal, waar hij in de provincie Dolpo de abt van Yungdrung Ling ontmoette, een vermaarde leraar die daar in ballingschap leefde, en de tibetoloog professor David Snellgrove van de universiteit van London. Hij voelde de dringende noodzaak de bön religie en cultuur te behouden en verzamelde veel belangrijke bön teksten, zowel gedrukt als op de traditionele houtblokken, die hij op muilezels meenam naar India.
Met een subsidie van de Rockefeller Foundation werden Sangye Tenzin Jongdong, Samten Karmay en Tenzin Namdak in 1962 assistent van professor Snellgrove, gaven aan de Londense universiteit les in de Tibetaanse cultuur en studeerden zelf westerse geschiedenis en cultuur. Tijdens zijn verblijf in Engeland en zijn reizen door Europa bezocht Sangye Tenzin ook een aantal christelijke kloosters. In 1964 had hij een privé audiëntie bij Paus Paulus VI.
Later dat jaar opende hij samen met andere leraren in Mussoorie, in het noorden van India, op verzoek van zijne Heiligheid de Dalai Lama een middelbare school voor Tibetaanse jongens die de achtste klas hadden afgerond. In het midden van de jaren zestig werd een permanent kamp voor de Tibetaanse bönpo’s aangewezen in Dolanji, in Himachal Pradesh. De plek was gekozen door Lopon Tenzin Namdak en het land werd aangekocht door de Catholic Relief Services in Delhi.
In 1966, terwijl hij op uitnodiging van de tibetoloog Per Kvaerne aan de universiteit van Oslo les gaf in Tibetaanse geschiedenis en religie, vernam Sangye Tenzin Jongdong dat hij gekozen was als opvolger van de overleden abt van Menri. In 1969, na intensieve voorbereidende initiaties, werd hij geïnstalleerd als de drieënderstigste abt van het Menri-klooster en de spirituele leider van de bön. Hij ontving de naam Lungtok Tenpa Nyima. Tevens aanvaardde hij de verantwoordelijkheid om in Dolanji het oorspronkelijke Menri-klooster, dat in 1405 in de Tibetaanse provincie Tsang was gesticht en in 1960 vernietigd tijdens de Culturele revolutie, te herbouwen.
Met veel inzicht, vaardigheid en een onvermoeibare toewijding en met de ondersteuning van vele vrienden en weldoeners, heeft Zijne Heiligheid in Dolanji een bruisend en authentiek bön klooster tot stand gebracht, dat een levend centrum is van de bön cultuur en traditie.
Meer informatie: www.bonfoundation.org